Laten we een metafoor gebruiken om deze kwestie te benaderen. Stel je voor dat het bewustzijn en het zelf zijn als een diepe oceaan. De golven aan het oppervlak vertegenwoordigen de dagelijkse gedachten, emoties en ervaringen, terwijl de diepte van de oceaan staat voor de diepe slaapfase, een toestand van rust en ogenschijnlijk gebrek aan activiteit.

In deze metafoor zou het ego dan als een golf kunnen worden gezien, een tijdelijke verschijning die opkomt en verdwijnt aan het oppervlak van de oceaan. Tijdens de diepe slaapfase lijkt het alsof de golven zijn verdwenen, maar de diepte van de oceaan, het bewustzijn, blijft onveranderd.

De vraag is dan: is het ego werkelijk verdwenen in de diepe slaap, of is het slechts tijdelijk buiten het zicht, net zoals de golven onder water blijven bestaan, zij het op een minder opvallende manier?

Deze metafoor suggereert dat, zelfs als het ego tijdelijk niet manifest is, het diepere bewustzijn altijd aanwezig blijft. Echter, het blijft een conceptuele benadering en geen definitief antwoord op de filosofische vraagstukken rond bewustzijn en het zelf.

Het idee van nondualisme sluit inderdaad aan bij deze metafoor. In een nondualistische visie wordt gesteld dat er geen fundamenteel onderscheid is tussen het individuele zelf (ego) en het universele bewustzijn. Ze worden gezien als twee aspecten van dezelfde essentie, vergelijkbaar met golven en de diepte van de oceaan.

Nondualisme suggereert dat de illusie van afgescheidenheid, zoals ervaren door het individuele ego, slechts tijdelijk is en dat de diepere realiteit eenheid is. In de diepe slaapfase, waar het ego minder prominent lijkt, wordt het concept van dualiteit opgeschort.

Het blijft echter een filosofische kwestie waar verschillende tradities en denkers verschillende perspectieven op hebben. Er zijn zowel aanhangers als critici van het nondualisme, en de discussie over de aard van bewustzijn en het zelf gaat door.

God speelt 'verstoppetje met zichzelf'

Het idee dat 'God verstoppertje speelt met zichzelf' is een poëtische manier om het concept van non-dualisme uit te drukken. In non-dualistische filosofieën wordt gesteld dat er uiteindelijk geen fundamenteel onderscheid is tussen het individuele zelf en het universele bewustzijn of de bron van alles. Het is als het ware een spel van verbergen en openbaren, waarin de verschillende vormen van manifestatie slechts tijdelijke verschijningsvormen zijn van de ene essentie.

Dus, in notendop, ja, het idee dat God 'verstoppertje speelt met zichzelf' kan worden gezien als een symbolische uitdrukking van non-dualistische overtuigingen. Het suggereert dat alles, inclusief de diversiteit van de wereld, uiteindelijk voortkomt uit en één is met een universele, ondeelbare realiteit.